vrijdag 11 mei 2012
Buik
Een vriendin van vroeger belde me op. Ze woont af en toe op een onvindbare etage in de hoofdstad en als ze daar niet is, bivakkeert ze ergens in het buitenland. Haar kennis van andere culturen is dan ook navenant en graag pik ik daar, als zogenaamde wereldwijze columnist, een graantje van mee. Ze vond dat we elkaar weer eens moesten zien en daar had ze groot gelijk in. Vrouwen van dit kaliber moet je namelijk altijd gelijk geven. Omdat ze bovendien wel van een tikje sensatie houdt, spraken we af in een restaurant waar eten geserveerd werd uit de tijd van de Egyptische farao’s. Dat wil zeggen: eten bereid volgens de recepten van toen. Dat was nog voordat de islam naar Egypte kwam.
Een tikje modernisme zat er natuurlijk wel in. De ober had weliswaar een werkelijk belachelijk Egyptisch pakje aangetrokken, maar had aan zijn voeten gewoon rubberen instappers. Niks geen teenslippers of blote voeten. Hij bracht ons een Zuid-Afrikaanse wijn en de avond kon beginnen. Belangrijk voor de keuze voor dit restaurant was de speciale attractie van deze avond. Er zou een heuse buikdanseres optreden en als jongen uit de provincie, op bezoek in de grote stad, zou dat ongetwijfeld een hoogtepunt worden. We aten, dronken, namen de toestand in de wereld voor lief en schakelden juist een tandje door naar ons persoonlijk gevoelsleven, toen de buikdanseres opkwam.
Vanuit het 20-ste eeuwse elektronische keyboardje, waaruit al de hele avond Hollandse meezingers in een Egyptisch arrangement hadden geklonken, kwamen ineens spannende, opzwepende ritmes. Op televisie had ik ooit wel eens een buikdanseres gezien. Ze heette Jolanda, Jomanda of Jonina of zo, en was een betoverende Oosterse schoonheid die je, ondanks een vervaarlijk kronkelende buik, met een ijzeren glimlach strak aan bleef kijken. Dat was nog eens wat anders dan de meiden in de Houten Herberg bijvoorbeeld, die met hun stevige laarzen en spijkerbroeken te werk gingen. Het keyboardje maakte een roffelend geluid en kondigde daarmee de komst van de Jonina van deze avond aan.
Mijn verheugnis sloeg in eerste instantie om in een glimlach. De buikdanseres bleek een stevig uit de kluiten gewassen Hollandse met alles erop en eraan. Haar kleding liet weinig te raden over en paste maar net om haar heupen en borsten. Haar gezicht was niet echt knap, maar verraadde wel een sympathieke ziel. Maar het was geen Jonina, zeker niet. Ja, ze kon wel dansen met haar buik. Best goed zelfs, als ik het als leek moet zeggen. Met enige flair danste ze langs de tafels en stal hier en daar een blik: een Hollandse schone in Oosterse vermomming. Voor de grote etalage had zich buiten een drietal Nederlanders van Noord-Afrikaanse afkomst verzameld. Met hun Unox-mutsen diep over hun oren getrokken keken ze ademloos naar de demonstratie van lichamelijk tumult. Dit was nog eens een cultuuruitwisseling!
Even leek het of John Lennon en alle andere non-profeten gelijk hadden gekregen, dat er geen landen meer bestonden, geen religies. Het moment duurde een trilling van een buikspiertje, het ophalen van een snotneus. Toen was het voorbij. De etalage werd weer leeg en de buikdanseres kwam tien minuten later in spijkerbroek en cowboylaarzen langs ons tafeltje gelopen. Daar was de fles inmiddels leeg.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten