Januari is de wintermaand bij uitstek. Nu hou ik zelf helemaal niet van kou en wintersport is dan ook niet aan mij besteed. Gedoe met ski’s in hoge bergen lijkt mij niets. Sterker nog, zelfs het oer-Hollandse schaatsen laat ik liever voorbijgaan. Ik heb ze wel liggen, op zolder onder een flinke laag stof. Dat komt omdat ik ooit een vriendinnetje had dat wel erg van schaatsen hield. En ik vrijde graag en veel met haar, dus moest ik ook schaatsen. Want elke gelegenheid kon er goed voor zijn.
Op een mooie middag in januari had ze besloten dat we samen een stuk konden gaan schaatsen ergens bij Avenhorn. Daarna had ze een leuke verrassing voor me, zei ze. Haar ogen glommen en ik wist genoeg. Leuk of niet, er moest geschaatst worden. Ik stelde me zowaar sportief op, haalde alles wat maar warm was uit de kast en deed net of ik het leuk vond. Ik viel echter al snel door de mand. Mijn schaatstechniek was niet van dien aard dat ik ook maar bij haar in de buurt kon blijven en stuntelend voelde ik mijn voeten en hielen protesteren onder het onnatuurlijke gedoe. Ze wachtte lief op me, maar een blik op haar ongeduldige gemoed deed me zeggen dat ze maar lekker moest gaan schaatsen. Ik zou wel komen.
En ik kwam, gestuwd door het grote verlangen. Ik voltooide mijn ronde en schaatste er de laatste honderd meter vrolijk op los. Schijn bedroog. ‘Je duurde lang’, zei ze droog. ‘Mwah, wat problemen met mijn veters’, loog ik. ‘Zullen we nog een stuk?’, blufte ik. Gelukkig doorzag ze dat niet. Het eerste deel van mijn beloofde verrassing bestond uit een fijne doorzakpartij in het lokale lokaal. Dat was meer naar mijn zin. Ik liet mij de glühwein goed smaken en kreeg er warempel lol in. Zij ook en haar ogen begonnen weer te glimmen. Deel twee van de verrassing kon niet meer stuk, dat had ik wel in de gaten.
Vrieskou en glühwein is een slaapverwekkende combinatie. Mijn voeten tintelden haar trap omhoog, mijn oren suisden en mijn benen trokken bij elke beweging. ‘Wacht hier maar even’, zei ze met een kus en verliet met een geheimzinnige blik de slaapkamer. Ik ging liggen op het bed, in afwachting van veel moois. De volgende morgen werd ik wakker op de plek waar ik in slaap was gevallen. Ik kon mijn benen bijna niet bewegen en mijn rug voelde als lood. Naast me lag een briefje. ‘Ben nog even schaatsen’, stond er op. Ik kreunde. Mijn maag draaide zich om bij de gedachte aan haar zwierige schaatsbewegingen, inclusief verrassing achteraf. Ik zette de tv aan. Het weerbericht meldde nog meer vorst.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten