vrijdag 23 oktober 2009
Chipito
Soms schrik je als je oude beelden van jezelf ziet. Het overkwam mij deze week toen ik in het grote videoarchief van ‘Hoorn en de Regio’ zat te grasduinen. HedR verzorgde in het midden van de jaren tachtig videoreportages die door de tv-piraten van toen werden uitgezonden. Een unicum. Kom daar nu nog eens om. De beelden zijn 25 jaar later een archief om van te houden. Dat wil zeggen, totdat ik ineens mezelf tegenkwam.
Het was een opname van bevrijdingsdag 1985. Nietsvermoedend en glimlachend keek ik naar de beelden en plotseling schrok ik. Daar was een drummer die ik kende en warempel daar was ik zelf ook. Net uit de pukkels, tien kilo lichter en verder geen reet veranderd. Ik heb dan ook het gevoel dat de afgelopen decennia niet echt hebben plaatsgehad of minstens zijn omgevlogen. Aanvankelijk was ik helemaal vergeten dat ik daar die dag, in alle vroegte op een steenkoud Kerkplein, met mijn bandje een optreden deed. Ik was niet de enige: de bezoekersaantallen kwamen getuige de beelden niet boven twee handen vol, met moeite één hand. Grappig dat het geheugen dan werkt als een oude la waarin je ineens weer allerlei vergeten dingen op kunt doeken. De bevrijdingsdag kwam weer bovendrijven alsof het gisteren was.
We moesten vroeg spelen. Vandaar dat er niemand was natuurlijk. Wie gaat er om 9.00 uur ’s morgens in de kou naar een toespraakje van een wethouder kijken, gevolgd door een optreden van een Hoorns rockbandje? Ik zou het niet doen, maar ja, die vlieger ging niet op. We speelden, denk ik, een half uurtje of drie kwartier en daarna was het dus klaar. Het zal na afloop niet veel drukker zijn geweest. Met maat Eddy daarna naar de supermarkt op het Grote Noord, want we hadden niet ontbeten en dus honger. Ik kocht een grote zak Chipito’s met kaassmaak inclusief een knaloranje vette kleurstof die in plakken aan m’n vingers bleef hangen. Eddy ging voor de pindasmaak. Het was een smakelijk ontbijt, maar wel een waar ik een enorme dorst van kreeg. En dus gingen we om half elf maar eens goed voor de pils. Moest goed gaan: we hadden toch goed ontbeten?
Ik moet bekennen dat met het zien van de beelden ook het kotsmisselijke gevoel van anderhalf uur later weer boven kwam. Eddy leek nergens last van te hebben, maar ik had intussen de kleur van zijn Chipito’s met pindasmaak aangenomen en voelde dat de combinatie tussen ontbijt en dorstlesser geen gelukkige was geweest. De bevrijdingsdag van 1985 eindigde derhalve op tijd, achter de Grote Kerk in een vergeten nis waar de samenloop van omstandigheden zich een weg naar buiten zocht. De enige glimlach kwam nog boven toen ik me, 25 jaar later, realiseerde dat ik de kerk op die heugelijke dag in ieder geval nog in het oranje heb gezet.
woensdag 21 oktober 2009
Zwaagdijk
Mijn vriendin vond dat ik wat aan het aankomen was. “Het is maar hoe je er tegen aan kijkt”, zei ik terwijl ik mijn blik naar beneden richtte. Desalniettemin besloot ik haar raad niet in de wind te slaan. Zelf woon ik in het pitorreske Wervershoof en houd kantoor in Zwaag. Een mooie afstand om op de fiets te overbruggen, ware het niet dat ik dan over een van de langste en saaiste wegen van West-Friesland moet fietsen. Zwaagdijk. Ik zou natuurlijk via de Streek (nog langer) of het mooiere Hauwert kunnen gaan, maar de kortste verbinding tussen twee punten is nog altijd een rechte lijn. Zwaagdijk dus.
Een belangrijk en niet op te lossen probleem van Zwaagdijk is dat het lintdorp zo is gebouwd dat je in de meest gevallen tegenwind hebt. Van Wervershoof naar Zwaagdijk fiets ik in zuidwestelijke richting en ’s morgens wil uit die kant nog wel eens behoorlijk wat wind komen. Inmiddels ken ik de weg op m’n duimpje. De krokettenautomaat gevuld met aardbeien, het op bepaalde plekken bekladde standbeeld van een handballend meisje, de gespleten treurwilg die er niet meer is, de verkeersremmende maatregelen die geen verkeer remmen, het lege vangnet voor vuilnis van langsfietsende scholieren en mensen zoals ik. De Rijweg komt als een bevrijding van het altijd maar rechtuit fietsen en op zonnige dagen krijg ik dan letterlijk en figuurlijk de zon in mijn gezicht.
Ik zal de Zwaagdijkers er mee in hun kruis trappen, maar de weg is niet mijn favoriete fietsroute. De saaiheid van Zwaagdijk is voor mezelf reden genoeg om vooral niet met de fiets te gaan. Bovendien is de afstand tussen Wervershoof en Zwaag ook prima met een comfortabele auto te overbruggen. Daarbij kies ik niet voor de spitsgevoelige Westfrisiaweg met alle stoplichten, maar ga fijn, inderdaad, over de Zwaagdijk. Mooie lange rechte weg, een paar interessante niet-remmende verkeersremmers en de kortste verbinding tussen werk en huis. Het is maar hoe je er tegenaan kijkt.
Een belangrijk en niet op te lossen probleem van Zwaagdijk is dat het lintdorp zo is gebouwd dat je in de meest gevallen tegenwind hebt. Van Wervershoof naar Zwaagdijk fiets ik in zuidwestelijke richting en ’s morgens wil uit die kant nog wel eens behoorlijk wat wind komen. Inmiddels ken ik de weg op m’n duimpje. De krokettenautomaat gevuld met aardbeien, het op bepaalde plekken bekladde standbeeld van een handballend meisje, de gespleten treurwilg die er niet meer is, de verkeersremmende maatregelen die geen verkeer remmen, het lege vangnet voor vuilnis van langsfietsende scholieren en mensen zoals ik. De Rijweg komt als een bevrijding van het altijd maar rechtuit fietsen en op zonnige dagen krijg ik dan letterlijk en figuurlijk de zon in mijn gezicht.
Ik zal de Zwaagdijkers er mee in hun kruis trappen, maar de weg is niet mijn favoriete fietsroute. De saaiheid van Zwaagdijk is voor mezelf reden genoeg om vooral niet met de fiets te gaan. Bovendien is de afstand tussen Wervershoof en Zwaag ook prima met een comfortabele auto te overbruggen. Daarbij kies ik niet voor de spitsgevoelige Westfrisiaweg met alle stoplichten, maar ga fijn, inderdaad, over de Zwaagdijk. Mooie lange rechte weg, een paar interessante niet-remmende verkeersremmers en de kortste verbinding tussen werk en huis. Het is maar hoe je er tegenaan kijkt.
Abonneren op:
Posts (Atom)